1. thuiskomen
2. terugkeren
Ik zou graag die stad verlaten en nooit meer terugkeren.
Het verleden zal nooit terugkeren; de toekomst kent nog niemand.
Нидерландский слово "rentrer«(terugkeren) встречается в наборах:
frans hst 5 woordjes3. naar huis gaan
Нидерландский слово "rentrer«(naar huis gaan) встречается в наборах:
frans hoofdstuk 5 vocA a