словарь польский - нидерландский

język polski - Nederlands, Vlaams

zapach на голландском языке:

1. ruiken ruiken


Knijp je neus dicht opdat je de stank niet zou ruiken.
Lelies ruiken zoet.

Нидерландский слово "zapach«(ruiken) встречается в наборах:

Różne holenderskie
VAN DALE ziemia i natura
Niderlandzki moduly

2. geur geur


De geur van rozen vulde de kamer.
Deze bloem heeft een zoete geur.
De geur van gemaaid gras roept beelden op van hete zomermiddagen.

Нидерландский слово "zapach«(geur) встречается в наборах:

holenderski preply