словарь польский - нидерландский

język polski - Nederlands, Vlaams

wzruszony на голландском языке:

1. verhuisd verhuisd


Wanneer zijt ge naar Berlijn verhuisd?
Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.

2. verplaatst


Ik begrijp niet waarom men het zacht teken in het Oekraïens alfabet verplaatst heeft; het leek mij veel logischer als het aan het einde kwam.

3. ontroerd