словарь польский - нидерландский

język polski - Nederlands, Vlaams

odpoczywać на голландском языке:

1. rusten rusten


Je moet rusten.
Laten we gaan zitten en een beetje rusten.
Moge hij rusten in vrede!
's Middags legden zij zich neer in het bos om uit te rusten.
We hebben nog niet beslist waar we gaan rusten.

Нидерландский слово "odpoczywać«(rusten) встречается в наборах:

500 czasowników po niderlandzku 101 - 150
100 najpopularniejszych czasowników Holenderskich
czasowniki werkwoorden niderlandzki
Gezondheid (H14)
Słownictwo 2

2. uitrusten uitrusten


Mag ik even uitrusten?
Laten we even wat uitrusten onder de boom.

Нидерландский слово "odpoczywać«(uitrusten) встречается в наборах:

czasowniki rozdzielnie złożone
14/1 Mijn familie is op bezoek