1. slapen
In een vuilcontainer slapen, hmm? vroeg Al-Sayib. "Dat zal wel een stinkende gewaarwording geweest zijn."
Ga slapen.
Slapen vrienden met hun vrienden en vermoorden ze daarna? vroeg Dima terug.
/ slap/ sliep(en)/ h. geslapen
Toen we gisterenavond thuis kwamen, lagen de anderen al in bed, vast aan het slapen.
Toen hij zijn naam hoorde, stond de kruising tussen een teckel en een vuilnisbakkenras op van onder de werkbank, waar hij had liggen slapen op de houtkrullen, rekte zich eens lekker uit en rende achter zijn baasje aan.
Ik heb mijn lessen af en ik wil slapen, maar het is alweer tijd om naar school te gaan...
Ik heb niet goed kunnen slapen gisterennacht, dus voel me niet zo goed.
Hoe vroeger ik 's nachts ga slapen, hoe vroeger ik 's morgens opsta.
Vooraleer te gaan slapen in een hotel, ga eerst na waar de nooduitgang zich bevindt.
Het slapen op de vloer is gezond voor je rug.
Het lijkt er op dat de kinderen op de vloer zullen moeten slapen.
Kleurloze groene ideeën slapen woedend.
Ik ben blijven slapen want mijn wekker ging niet af.
Als ge moe zijt, waarom gaat ge dan niet slapen? "Omdat, als ik nu ga slapen, ik te vroeg wakker ga worden."
Нидерландский слово "sleep«(slapen) встречается в наборах:
Most common Dutch words 451 - 500Activities - De handelingenDe handelingen - ActivitiesDomowe czynności codzienne2000 Most Used Dutch Words (1/2)2. slaap
Slaap wel.
Bij gebrek aan slaap vermindert de opmerkzaamheid.
Hij zou juist in slaap gevallen zijn, toen hij iemand zijn naam hoorde roepen.
Zijn toespraak duurde zo lang, dat men in slaap viel.
Als ik 's nachts te weinig slaap, heb ik niet genoeg energie voor mijn werk.
Smith heeft jarenlang de effecten onderzocht van slaap en gebrek aan slaap op het geheugen en het leerproces.
Slaap je in de logeerkamer?
Schrijven is een slaap nog dieper dan de dood.
Tijdens zijn slaap snurkte hij luid.
De laatste tijd lijd ik aan gebrek aan slaap.
Slaap is belangrijk, maar waarom het bestaat, dat blijft een raadsel.
Waarom slaap je zo laat nog niet?
Om tien uur 's avonds slaap ik al.
Je hebt negen uur slaap nodig! Je bent echt een marmot.
Niemand kent zoveel verhalen als de god van de slaap.
Нидерландский слово "sleep«(slaap) встречается в наборах:
Most common Dutch words 701 - 7502000 Most Used Dutch Words (1/2)11. Present Simple