czasowniki 107-108

 0    11 карточки    grzegorzchmielewski6
скачать mp3 Печать играть Проверьте себя
 
Вопрос Ответ
ciągnąć
начать обучение
trekken / trok - trokken / zijn/hebben getrokken
upaść
начать обучение
vallen / viel -vielen / (zijn) gevallen
łapać
начать обучение
vangen, ving, vingen, hebben gevangen
pływać łódka
начать обучение
varen - voer - voeren - (hebben/zijn) gevaren
walczyć, bić się
начать обучение
vechten, vocht, vochten, hebben gevochten
zakazywać
начать обучение
verbieden, verbood, verboden, hebben verboden
znikać
начать обучение
verdwijnen, verdween, verdwenen, (zijn) verdwenen
porównywać
начать обучение
vergelijken, vergeleek, vergeleken, hebben vergeleken
zapomnieć
начать обучение
vergeten, vergat, vergaten, hebben vergeten
tracić
начать обучение
verliezen, verloor, verloren, hebben verloren
unikać
начать обучение
vermijden, vermeed, vermeden, hebben vermeden

Вы должны войти в свой аккаунт чтобы написать комментарий.