→ 2.4 De Dagen Van De Week → Начать обучение / Скачать MP3 карточки

скачать mp3 Печать играть Проверьте себя

Вопрос		Ответ
wczoraj начать обучение		gisteren
przedwczoraj начать обучение		eergisteren
pojutrze начать обучение		overmorgen
kazdy начать обучение		iedereen
tydzień ma siedem dni начать обучение		een week heeft zeven dagen
weekend jest w sobotę i w niedziele начать обучение		Het weekend is op zaterdag en zondag
dzisiaj jest wtorek начать обучение		vandaag is het dinsdag
jutro jest sroda начать обучение		morgen is het woensdag
agenda начать обучение		de agenda
pracuje we wtorek начать обучение		Ik werk op dinsdag
pojutrze jest sobota начать обучение		overmorgen is het zaterdag/ het is overmorgen zaterdag
co robisz we wtorek начать обучение		wat doe je op dinsdag?
We wtorek muszę pracować. начать обучение		op dinsdag moet ik werken.
Dawid idzie w poniedzialek do szkoly начать обучение		David gaat maandag naar school
Dawid chodzi cztery dni do szkoly. начать обучение		David gaat vier dagen naar school.
Jeden tydzień ma siedem dni. начать обучение		Eén week heeft zeven dagen.
Julia jedzie w weekend do Amsterdamu. начать обучение		Julia gaat in het weekend naar Amsterdam.
Dzisiaj jest sroda. начать обучение		Vandaag is het woensdag./ Het is vandaag woensdag.
Piszę w moim kalendarzu. начать обучение		Ik schrijf in mijn agenda.
Chodzę dwa dni do szkoly. начать обучение		Ik ga twee dagen naar school.
Jest weekend. начать обучение		Het is weekend.
nudny начать обучение		saai
Jestem smutna. начать обучение		Ik ben verdrietig.
Dzisiaj nic nie zrobiłam. начать обучение		Vandaag heb ik niets gedaan.
W poniedziałek sprzątam dom. начать обучение		Maandag maak ik het huis schoon.
Zaczynam uczyć się niderlandzkiego. начать обучение		Ik begin Nederlands te leren.
W szkole musimy słuchać. начать обучение		Op school moeten we luisteren.
Piszę długie zdania na tablicy. начать обучение		Ik schrijf lange zinnen op het bord.
Nie lubię pisać. начать обучение		Ik hou niet van schrijven.
Czytam interesujaca książkę. начать обучение		Ik lees een interesant boek.
Mam nowy komputer. начать обучение		Ik heb een nieuwe computer.
Chętnie mowie po włosku. начать обучение		Ik ben blij dat ik Italiaans spreek./ Ik spreek graag Italiaans.
Robię zadanie w książce. начать обучение		Ik doe een opdracht in het boek.
W środę słucham piosenek. начать обучение		Op woensdag luister ik naar liedjes.
Nie lubię czytać. начать обучение		Ik hou niet van lezen.
Moja córka czyta książkę. начать обучение		Mijn dochter leest een boek.
Moja siostra i ja mówimy razem po Niderlandzku. начать обучение		Mijn zus en ik spreken samen Nederlands.
On pisze zdania długopisem. начать обучение		Hij schrijft zinnen met een pen.
Jutro są moje urodziny. начать обучение		Morgen ben ik jarig.
Słucham muzyki. начать обучение		Ik luister naar muziek.
Moja mama i ciocia razem rozmawiają. начать обучение		Mijn moeder en tante praten samen.
lista zakupów (spozywka). начать обучение		boodschappenlijstje (boodschappen).
Robić zakupy начать обучение		Winkelen/ Shoppen
Jesteśmy w środku w klasie. начать обучение		We zijn binnen in het klaslokaal.
Nie słuchamy. начать обучение		Wij luisteren niet.
On rozmawia na zewnątrz z jego kolegami. начать обучение		Hij spreek buiten met zijn collega's.
Moja siostra czyta chętnie książki. начать обучение		Mijn zus leest graag boeken.
Mam książkę. начать обучение		Ik heb het boek.
Długopis leży na biurku. начать обучение		De pen ligt op het bureau.
Patrzę na komputer. начать обучение		Ik kijk op de computer.
Gotować начать обучение		koken
Prać начать обучение		Wassen

2.4 De dagen van de week

Вы должны войти в свой аккаунт чтобы написать комментарий.

Ещё