словарь польский - нидерландский

język polski - Nederlands, Vlaams

zakupy на голландском языке:

1. boodschappen doen boodschappen doen



2. boodschappen boodschappen


Joko heeft gisteren boodschappen gedaan.
Ik moet boodschappen gaan doen, ik ben er over een uur weer.
Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.

Нидерландский слово "zakupy«(boodschappen) встречается в наборах:

de boodschappen