словарь польский - нидерландский

język polski - Nederlands, Vlaams

budować на голландском языке:

1. bouwen bouwen


Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland.
Luchtkastelen bouwen.
Peiling: 37% van de Amerikanen is tegen het bouwen van een moskee in New York.
Het is dom van u, een luchtkasteel te bouwen en ondertussen te vergeten palen in te heien voor de grondvesten.

Нидерландский слово "budować«(bouwen) встречается в наборах:

500 czasowników po niderlandzku 1 - 50
100 najpopularniejszych czasowników Holenderskich
12/1 Op de basisschool
De arbeidswereld
Op de basisschool