словарь польский - нидерландский

język polski - Nederlands, Vlaams

ćwiczyć на голландском языке:

1. oefenen oefenen


Ze waren al zes maand aan het oefenen in hun garage, toen ze plots de kans kregen een geluidsopname te maken in een studio.

Нидерландский слово "ćwiczyć«(oefenen) встречается в наборах:

500 czasowników po niderlandzku 51 - 100
hoofdstuk z ksiazki
mondeling deel 5
strona 24-30
czasowniki pl - nd