словарь французский - нидерландский

Français - Nederlands, Vlaams

échanger на голландском языке:

1. ruilen ruilen



Нидерландский слово "échanger«(ruilen) встречается в наборах:

Français - Néerlandais

2. ruil ruil


In ruil gaf ik haar een pop.

3. wisselen wisselen


van plaats wisselen
Alvorens ergens naartoe te gaan zouden we wat geld moeten wisselen.